Direct naar de content

Wil jij Boxie helpen om zijn wens te verspreiden? Klik dan hier!

Boxie1970 Ko Figuur

Ko

Een stapje verder

Woensdagmiddag. Aan de muur van het atelier hangt een groot doek met koppen van Frans Jansen. Boxie’s invloeden zijn ook al te zien en nu werkt er een kind aan. Een jongen staat op een bankje, kwast in de hand, te schilderen.

“Een maand geleden ongeveer kwam Frans Jansen naar me toe. Een kunstenaar uit Midwoud met wie ik meerdere projecten heb gedaan. Hij vroeg of ik mee wilde doen met een expositie over koppen. Op dit doek zitten alle koppen van Frans in de bek van mijn karakter. Ik ben bezig met fluorescerend geel en fluorescerend rood….”

“En fluorescerend groen,” zegt Ko.

“Ko stond vanmiddag voor mijn deur. Hij had met zijn moeder, die ook in dit gebouw werkt, afgesproken om deze middag hier te tekenen. Ik ken hen al een aantal jaar, want zij hebben meer dan 1 kunstwerk van mij. Ik hoorde dat Ko zich thuis ook helemaal suftekent, dus hij vindt het wel leuk om hier te zijn. Zo gezegd zo gedaan. Ik ben gewoon lekker aan het werk gegaan en Ko ook. Hij heeft eerst zelf wat tekeningen gemaakt, maar op een gegeven moment was hij klaar en vroeg ik of hij zin had om dat grote doek even in te kleuren. Dus dat is hij nu aan het doen. Hij zei ineens dat de tanden groen moesten. Dus ik zei: ‘nou, ga je gang’. Dat doek komt dus op die expositie te hangen.”

Boxie maakt wat foto’s van Ko’s werk, die ondertussen onverstoorbaar verder gaat. Hij staat inmiddels op twee op elkaar gestapelde bankjes; het doek is te hoog voor de jongen.

“Voordat ik aan een kunstwerk begin weet ik dus echt niet welke kant het op gaat. Dat weet ik al jaren niet. Dat vind ik te gek om uit te leggen aan iemand van 8; hoe ik dat dan doe. Dat geeft me zoveel drive. Ik ben dus samen met Ko nu een kunstwerk aan het creëren. Dit is de eerste keer dat ik dit doe voor een expositie en op zo’n groot doek. Ko kan alvast wennen, voor als hij later een beroemd kunstenaar is.”

Zijn moeder is inmiddels klaar met werken en staat in deuropening van Boxie’s ruimte.

“De allereerste keer dat wij Ko meenamen naar Boxie was op een partijtje. Box ging bij iedereen langs om te vragen of hij even wat moest helpen, of hij ook iets moest maken. En Ko zei: ‘dat wil ik niet, ik doe het zelf’.”

“Ik heb het natuurlijk over delen gehad, samen, met kinderen. En het lijkt wel alsof ik hiermee nog een stapje neem. Samen met kinderen een tekening maken is iets anders dan een doek van 5 meter maken en exposeren. Het een logisch vervolg. Ik heb al vaker gedacht dat me dat wel cool leek. Ik plan dat allemaal niet, maar ineens staat hij voor deur en dan gebeurt het gewoon. Heb jij nog wat te zeggen Ko? Over deze samenwerking?”

Het blijft lang stil. “Ik weet niet wat ik moet zeggen.”

Boxie loopt naar het schilderij toe, pakt een kwast en samen werken ze verder aan het kunstwerk.

Donderdagmiddag. Ko’s moeder vertelt dat het achteraf behoorlijk wat indruk gemaakt heeft op hem. Als hij ’s avonds gaat slapen komen de verhalen ineens los: “Weet je van ik van Boxie geleerd heb? Hij denkt helemaal niet na als hij aan het tekenen is.”

Boxie: “Als ik een club volwassen mensen hier heb, krijg ik dat bijna niet uitgelegd. Ko, zo’n jongen van 8, pakt dat in een paar minuten op en vertelt dat ook aan zijn oudere broer. Ik vind dat aandoenlijk, dat zo’n verhaal er dan ’s avonds uitkomt, voordat hij gaat slapen.

(Tekst: Miranda Huibers)